Contact
contact
Locatie en route
route
zoek
Zoek in de site
Gedenkstenen Kruisjesdal
foto: Albert Cnossen

Gedenkstenen Kruisjesdal

Kort voor de bevrijding zijn op verschillende locaties in Oost- en Noord- Nederland honderdacht gevangenen gefusilleerd. Hierbij waren verzetslieden die al wat langer gevangen zaten. Voor hen werd, onder druk van de voor de Duitsers ongunstige oorlogsontwikkelingen, de doodstraf versneld voltrokken. Ook betrof het een aantal verzetsmensen die nog maar kort tevoren gearresteerd waren.

Zestien van hen vonden de dood op donderdag 12 en vrijdag 13 april 1945 in het Kruisjesdal bij Hoog Soeren; een paar dagen voor de bevrijding van Apeldoorn op 17 april.

Jan Scherpenzeel, een kolenhandelaar in Apeldoorn, had onderduikers geholpen en in september 1944 een verzetsgroep georganiseerd die de lokale gasfabriek bewaakte om vernieling door de bezetter te voorkomen. Deze groep maakte deel uit van de Verzetsbeweging Apeldoorn (VBA), die in de BS was opgegaan. Daarnaast was hij leider van een EHBO-groep en had wapens verborgen. Op zondagmorgen 1 april 1944, eerste paasdag, werd hij gearresteerd.

Diezelfde ochtend werd Albert Huidekoper, eigenaar van een kippenfarm in Wiesel, opgepakt. Huidekoper had geld ingezameld voor het Nationaal Steunfonds (NSF) en was tevens betrokken geweest bij het werk van de LO en de pilotenhulp. Bij hem was een notitieboekje aangetroffen waarin aantekeningen stonden over Duitse troepen, op grond waarvan hij van spionage werd beschuldigd.

De derde Apeldoorner die op die dag werd aangehouden was Jan Boltje, werkzaam bij de Apeldoornse gasfabriek. Boltje had eveneens LO-werk gedaan en hulp geboden bij onderduiken. Hij werd aangehouden wegens wapenbezit. De wapens zou hij gekregen hebben via de voormalige wethouder David Gosker, een prominent verzetsman. Deze onderhield contacten met verschillende illegale groepen, was betrokken geweest bij de oprichting van de lokale OD en werkte voor de LO. Zijn zoon Johannis was eveneens lid van de LO. Hij had moeten onderduiken, maar had het er op gewaagd met Pasen naar huis terug te keren. Zowel David Gosker als Johannis Gosker werden op die eerste paasdag gearresteerd.

Ongeveer op hetzelfde tijdstip als in Apeldoorn voerde een ander SD-commando arrestaties uit in Harderwijk en het nabij gelegen Hulshorst. In het centrum van Harderwijk werden straten afgezet en al schietende drong de SD het huis van houthandelaar Barend Arendsen binnen. Hij en zijn zoon Alef, die ondergedoken was om zich aan de arbeidsinzet te onttrekken, werden door de SD meegenomen. De Duitsers hadden de naam van Arendsen aangetroffen op een lijst van de gewestelijke Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Daarnaast was Arendsen wethouder geweest en werd daarom net als Gosker als een extra risico gezien.

In het naburige Hulshorst ten slotte werd de beheerder van een kampeerboerderij, Hendrik Klein, gearresteerd. Bij de SD bestond de verdenking dat hier een onderkomen voor BS’ers was ingericht. Die waren echter niet aanwezig, al had Klein inderdaad de toezegging gedaan dat zijn kampeerboerderij voor dat doel gebruikt kon worden.

Een aantal dagen later sloeg de SD opnieuw toe. Op 11 april, in de namiddag, reden de overvalauto’s voor bij Barend Antonie Huygen in Ugchelen. Huygen bezat een kippenfarm, waar een zender verborgen was. Ook hielp hij onderduikers, waarvan er verschillende in de kippenhokken een schuilplaats hadden gevonden. Hij werd gearresteerd.
De volgende dag werd Reinder Mulder opgepakt. Hij werkte voor de LO en de illegale pers en was betrokken bij de VBA en BS. Met een zware koffer op de bagagedrager van zijn fiets was hij opgevallen en aangehouden. In de koffer werden machinepistolen aangetroffen. Die werden mét de arrestant naar de Willem III-kazerne overgebracht.

De middag kreeg op de Willem III-kazerne een dramatisch vervolg. Diezelfde dag, 12 april, was namelijk vanuit Zwolle het bevel gegeven om twaalf gevangenen te executeren. De eerste groep die werd uitgezocht bestond uit zes man. Dat waren vader en zoon Arendsen, Hendrik Klein, Barend Jan Antonie Huygen, Nico van Zand en Gerrit Hilberink. Van Zand had gewerkt bij de Shell te Arnhem en was als evacué in Apeldoorn terechtgekomen. Op 10 april was hij bij een controle in Apeldoorn opgepakt.
Hilberink had in Utrecht wis- en natuurkunde gestudeerd en werkte als wetenschappelijk medewerker aan de universiteit. Vanwege de razzia's op de studenten was hij naar Apeldoorn teruggekeerd en werd daar op 30 maart opgepakt wegens het overtreden van de spertijd. Men vond bij hem enkele illegale krantjes.

De SD’ers duwden deze zes mannen in twee auto’s. Vervolgens reden ze via de J. C. Wilslaan en de Soerenseweg naar een plek, waar een zandpad de bossen invoerde. Deze plek, een laagte tussen twee heuvels, was het Kruisjesdal. De zes gevangenen stapten uit en werden opgesteld bij een lege munitieput of -loopgraaf, een sleuf van ongeveer één meter diep en vijftien meter lang. Vervolgens werd hen medegedeeld dat ze zouden worden geëxecuteerd wegens ′terrorisme en verboden wapenbezit′, waarna het executiepeleton de executies uitvoerde.

De auto’s vertrokken naar de kazerne om de overige zes Todeskandidaten op te halen. Toen de tweede groep arriveerde, waren de sporen van de eerste executie grotendeels weggewerkt. Deze groep bestond uit vader en zoon Gosker, Albert Huidekoper, Jan Boltje, Jan Scherpenzeel en Reinder Mulder. Opnieuw werden de mannen naar de munitieloopgraaf geleid en opnieuw werd het vonnis medegedeeld. Nadat het vuurpeloton geschoten had, werden ook deze gefusilleerden vluchtig met wat zand en aarde bedekt.

Aan het moorden was nog geen einde gekomen. In de vroege ochtend van vrijdag 13 april reden de SD-auto’s weer door Apeldoorn, nu om Jan Miebies te arresteren. Miebies behoorde bij de groep van Mulder en was ondercommandant van één van de onderdelen van deze sectie. Behalve Miebies werd ook een ander lid van deze groep, de in Ugchelen woonachtige Anton van Velsen opgepakt. Deze werkte bij de Van Gelder papierfabriek. Hij was bij de BS en had onderduikers in huis. Van Velsen werd meegenomen naar de Van Rhemenslaan.
Daar werden ook Hans Voordewind en zijn vader heengebracht. Bij hen was de SD rond half zeven aan de deur verschenen. Eigenlijk kwamen ze voor de oudere broer van Hans, maar die was niet aanwezig.De laatste arrestant was Henk Beenen, een Arnhemse evacué, die zich eveneens bij de BS had aangesloten. Daar de Willem III-kazerne al werd ontruimd, werden de nieuwe arrestanten op de Van Rhemenslaan vastgehouden. Jan Miebies, Anton van Velsen, Hans Voordewind en Henk Beenen, werden op vrijdagmiddag naar dezelfde executieplaats in het Kruisjesdal gereden. Deze fusillade verliep zoals de vorige twee.

Wekenlang bleef de onzekerheid over het lot van de gevangenen bestaan, totdat een bosarbeider bij de Kroondomeinen, die vermoedde dat er iets in de Soerense bossen was gebeurd, een zoekactie organiseerde. Men vond inderdaad één van de lijken en meldde dit aan de Apeldoornse politie, die de gefusilleerden op 23 mei 1945 opgroef en identificeerde. De meesten van hen werden eind mei op Heidehof te Ugchelen ter aarde besteld. Enkele anderen werden elders herbegraven.

Kort na de oorlog plaatsten mensen van de Kroondomeinen een kleine gedenksteen in het Kruisjesdal. Op 13 april I970 werd daar een andere steen bij onthuld op initiatief van de Reünistenvereniging Oud-Illegale Werkers Apeldoorn. Op deze steen staan de namen van de gefusilleerden, als een rijmloos én ongerijmd vers van de oorlog.

Op de website van de Parkenschool staan korte biografieën van de verzetsmensen die herdacht worden in het Kruisjesdal.

No items found.
terug naar overzicht

Draai je telefoon
voor de beste beleving