Contact
contact
Locatie en route
route
zoek
Zoek in de site
Gedenkplaat Koninklijke stallen Paleis het Loo
Foto: Jan van den Heuvel

Gedenkplaat Koninklijke stallen Paleis het Loo

Bezoekers aan Paleis Het Loo lopen op weg naar het paleis langs de Koninklijke Stallen. Aan dit symmetrische gebouwencomplex ontbreekt iets: het paviljoen aan de noordzijde. Hoe is dit paviljoen verdwenen? Een herdenkingsplaat op de muur waar vroeger het paviljoen stond geeft een kort antwoord. Het verhaal is als volgt.

In de oorlog was Het Loo in gebruik bij de Duitsers als hospitaal en herstellingsoord. In het noordelijke paviljoen van de stallen was in 1944 een hoofdkwartier van de Waffen SS gevestigd (SS betekent Schutz Staffel; de Waffen SS was een militaire elite-eenheid).
De Engelsen wisten van de aanwezigheid van dat hoofdkwartier en zij besloten het uit te schakelen. Op zaterdag 4 november 1944 stegen in Eindhoven 12 Typhoon jagerbommenwerpers van het 181 Squadron van de RAF om er een luchtaanval op uit te voeren . De Engelsen wisten dat er Nederlandse families in het zuidelijke paviljoen woonden. Die wilden ze natuurlijk niet treffen. Daarom moest het heel nauwkeurig gebeuren. De Typhoons vuurden hun raketten af en vernietigden het doel. Een aantal Hollandse SS'ers werd daarbij gedood.
Om de aandacht van de Duitse luchtafweer af te leiden, voerde het 247 Squadron tegelijkertijd aanvallen uit op andere doelen in Apeldoorn.

De Nederlander Rob van Zinnicq Bergmann, die bij 181 Squadron vloog, schrijft in zijn boek Het doel bereikt dat de aanval een groot succes was. Het gebouw werd inderdaad volledig vernietigd. Maar 's maandags na de aanval vorderden de Duitsers een paar woningen in de Rostocklaan, tegenover de Keizerskroon. In één van die huizen werd de verbindingsapparatuur uit het getroffen paviljoen opgesteld. Uit verslagen uit die tijd blijkt dat er niet veel schade aan de overige delen van de stallen was. Maar op de Loseweg werden huizen geraakt en werden zeker drie onschuldige mensen gedood. Eén Typhoon van 247 Squadron, met David Wallace als piloot, werd neergeschoten en kwam dicht bij de stallen terecht. Wallace kwam daarbij om het leven.

Van Zinnicq Bergmann stelt in zijn boek Het doel bereikt dat 247 een afleidingsaanval deed op een spoorwegstation en op de Duitse luchtafweer. Maar de commandant van 247 Squadron schreef in zijn verslag dat hij met zijn Typhoons een aanval uitvoerde op een hoofdkwartier aan de Loolaan (de villa met de bunker, nu het kantoor van Hunink & Holtrigter). Dat kan de oorzaak zijn van de schade en de slachtoffers op de Loseweg.

Misschien is er een verklaring voor de verschillende omschrijving van de doelen: op de plaats waar nu het gebouw van de Koninklijke Marechaussee aan de Loseweg staat, was in 1944 station Het Loo. Op die 4e november stond er bij dat station een munitietrein en het geheel van paleis, hoofdkwartier en station was belangrijk genoeg om door luchtafweer te worden beveiligd.

Rob van Zinnicq Bergmann was eigenlijk cavalerieofficier. Hij raakte in de meidagen van 1940 bij de inval van de Duitsers gewond door een verkeersongeluk en kwam met een gebroken been in een hospitaal terecht. Toen hij weer beter was probeerde hij uit Nederland te ontsnappen; dat mislukte door verraad en hij moest onderduiken. Een Brabantse plattelandsdokter hielp hem uit handen van de Duitsers te blijven, bezorgde hem een identiteitskaart met een nieuwe naam en zorgde ervoor dat hij aan boord van een sleepboot naar België kon ontkomen.
Na omzwervingen in Frankrijk en Spanje belandde hij in Portugal; vandaar reisde hij naar Engeland. Daar volgde hij een voornamelijk theoretische vliegeropleiding. Zijn elementaire vliegeropleiding kreeg hij in De Winton, Alberta, in Canada, gevolgd door een voortgezette vliegeropleidng in Medicine Hat, eveneens in Alberta. Als piloot van de Royal Air Force deed Rob van Zinnicq Bergmann in Engeland ervaring op met vliegtuigen als Spitfire en de Hurricane.  De Britten noemden hem 'Bergy'.
Op het vliegveld Aston Down werd hij getraind op de Typhoon voordat hij kort na de invasie bij het 181 Squadron in Coulombs, Frankrijk werd geplaatst. 181 Squadron ondersteunde het geallieerde grondoffensief vanaf geïmproviseerde vliegvelden in Frankrijk, Belgiē en Nederland. In 1945 opereerden de Typhoons vanaf Helmond, Twente, Hannover en Lüneburg. De laatste luchtaanval voor de Duitse overgave zette 'Bergy' vanuit Lüneburg in op het Duitse vliegveld Flensburg.
Koningin Wilhelmina benoemde hem in 1945 tot haar adjudant en twee jaar later werd van Zinnicq Bergmann hofmaarschalk. Dat is hij gebleven tot Beatrix koningin werd. Hij schreef er een boek over In dienst van drie vorstinnen.
"Bergy" van Zinnicq Bergmann stierf op 14 juni 2004.

Klik op onderstaande afbeeldingen om die op ware grootte te zien.

No items found.
terug naar overzicht

Draai je telefoon
voor de beste beleving