Contact
contact
Locatie en route
route
zoek
Zoek in de site
Plaquette Evangelisch Lutherse kerk
foto: Albert Cnossen

Plaquette Evangelisch Lutherse kerk

Begin december 1944 wordt in Apeldoorn, net voordat hij een huwelijk zou voltrekken, dominee P.H. Borgers van de Evangelisch Lutherse Gemeenten Apeldoorn en Doesburg door de Duitse bezetters gearresteerd. Eerder in 1944 ondergaat de Lutherse kerkrentmeester A.C. Koot hetzelfde lot. Hij staat bekend door een zeer anti-Duits gedrag en twee zonen zijn actief in het gewapend verzet.

Beide Lutheranen overlijden in voorjaar 1945 in het kamp Neuengamme bij Hamburg. Zij worden in juni 1945 herdacht in een kerkdienst in Apeldoorn en Doesburg. In 1948 worden hun namen gegraveerd in de nieuwe luidklok van de Lutherse kerk in Apeldoorn.

Adriaan Koot vestigt zich in de dertiger jaren aan de Dennenlaan 20 (huize “Kootwijk”) in Apeldoorn, nadat hij zijn militaire loopbaan in Nederlands Indië als majoor in het KNIL heeft afgesloten. Het gezin Koot telt in 1937 zes zonen en één dochter.

Vanaf 1934 is Adriaan lid van de Kerkenraad, eerst als diaken daarna als kerkrentmeester in Apeldoorn. Hij ondersteunt de kerkenraad in Doesburg. In 1945 wordt hij herdacht:

“met ijver, trouw en accuratesse, den oud militair kenmerkend, nam hij zijn administratieve taak waar. Steeds gaarne werd er geluisterd naar zijn adviezen die getuigden van helder doorzicht. Hij was een stille werker, wien het een vreugde was nood te lenigen. Adriaan Koot werd gewaardeerd om zijn zacht en vriendelijk karakter en sterke geloofsovertuiging”.

Op 12 juni 1944 vindt een eerste forse aanvaring met de Duitse bezetter plaats. De geslaagden uit een examenklas van de HBS zijn op pad met een Jan Plezier, versierd met bloemen in de kleuren van de Nederlandse vlag om leraren en leraressen te bedanken met bloemen en groenten. De dertien jongens en meisjes worden opgepakt wegens een anti-Duitse demonstratie. Eén van de leerlingen is zijn zoon, Leo Koot.

Twee zonen van Adriaan Koot zijn actief in het gewapende verzet. Eén van hen verminkt zijn hand bij de productie van een wapen. Voor mevrouw Koot wordt de tragedie nog groter. Haar man is weggevoerd en haar zoons Richard (23 jaar, familiefoto 2e rij, met bril, links van vader Koot) en Rutger Jan (17 jaar, familiefoto 2e rij, met bril, rechts van vader Koot) besluiten in januari 1945 in Tiel de Waal over te steken naar de geallieerden. Een door de ondergrondse toegezegde boot is er niet. Een tweede boot blijkt lek. Richard, de oudste, besluit te gaan zwemmen, zijn broer Rutger Jan kan nauwelijks zwemmen. Beiden raken vermist en zijn vermoedelijk verdronken. Hun namen staan op de erelijst van het verzet: overleden in de Betuwe op 7 januari 1945.

Waarom worden Paulus Borger en Adriaan Koot gearresteerd en afgevoerd? Dominee Borger is de eerste en enige Lutherse predikant die tot ver in 1944 niet wil buigen; hij blijft bidden voor Joden en het Koningshuis. Als intellectueel beschouwen de Duitsers hem als gevaarlijk. Hij wordt gearresteerd en komt via kamp Amersfoort in Neuengamme terecht. Wellicht heeft ook meegespeeld dat er in huize Borger ook nog een onderduiker was verborgen. Meer informatie in de  Stadsvertelling over ds P.H. Borgers en een uitgebreid levensverhaal in 'Oorlogspreken', geschreven door zijn zoon, ds. P.H. Borgers jr en drs. Th.A. Fafie.

Bij kerkrentmeester Koot lijkt het een combinatie van factoren te zijn. Door zijn gezin bekend met het gewapend verzet, in de kerkenraad een duo vormend met een niet buigende predikant, als intellectueel in Indië al bezig met de bestuurlijke invulling van Nederland in de toekomst. Ook hij wordt opgepakt en via kamp Vught naar Neuengamme overgebracht.

Aan hun moedig optreden komt een einde wanneer zij pas 44 en 57 jaar oud zijn. Zij blijven niet alleen sinds 1948 herinnerd door hun namen in de kerkklok en in de tekst van de oorkonde, maar nu ook door een plaquette aan de buitenmuur van het kerkgebouw in Apeldoorn.

No items found.
terug naar overzicht

Draai je telefoon
voor de beste beleving