Teding van Berkhoutpaviljoen
Achter dit monument schuilt een verhaal van dapperheid, onverzettelijkheid en zelfopoffering. Wie was Jhr. Jan Jacob Teding van Berkhout?
De Majoor der Huzaren Jhr. Jacob Johan Teding van Berkhout, geboren in 1886, commandeerde het 1e Regiment Huzaren Motorrijder (1 RHM), dat op 15 februari 1939 zijn intrek nam in de nieuwe Koning Willem III-kazerne in Apeldoorn.
De majoor was getrouwd met Jeanne Tutein Nolthenius (1890), dochter van de Apeldoornse oud- burgemeester. Het paar vestigde zich met hun vijf zonen aan Wilhelminapark 9. De oudste dochter Nella bevond zich in Nederlands-Indië. Op 22 april 1940 werd Teding van Berkhout bevorderd tot luitenant-kolonel.
De tekst op de plaquette luidt:
TEDING VAN BERKHOUT PAVILJOEN
======================================
LKOL JHR J J TEDING VAN BERKHOUT
COMMANDANT VAN HET 1E REGIMENT HUZAREN MOTORRIJDERS
EERSTE TROEPENCOMMANDANT IN DE KW III KAZERNE
EERSTE COMMANDANT DISTRICT APELDOORN VAN DE O.D.
IN 1942 DOOR DE BEZETTER GEVANGEN GENOMEN EN OP
13 MEI 1944 IN EEN VERNIETIGINGSKAMP DOOR
UITPUTTING OVERLEDEN
De meidagen van 1940
In de meidagen lag Teding van Berkhout met zijn regiment in Wassenaar.
Op 7 mei kreeg 1 RHM het bevel om de volgende dag de grote wegen vanuit Den Haag in de richting van Amsterdam, Utrecht en Rotterdam in een zeer verspreide opstelling van voor zonsopgang tot na zonsondergang te bewaken. Teding van Berkhout zette hiertoe bij toerbeurt één van de eskadrons huzaren motorrijder en twee secties van het mitrailleureskadron in.
Op 10 en 11 mei 1940 bond het regiment de strijd aan met Duitse parachutisten en luchtlandingstroepen in de omgeving van het vliegveld Valkenburg en de eerder genoemde grote wegen. De daarop volgende oorlogsdagen bevond het regiment zich als reserve in Leiden en vervolgens in Den Haag. Direct na het bekend worden van de capitulatie op 14 mei liet de regimentscommandant het gemotoriseerd materieel, de wapens, de munitie, de uitrusting en de standaard van het regiment op het Malieveld te Den Haag verbranden. Voor moedig optreden tijdens de gevechten bij Maaldrift (ten noorden van Wassenaar) werden bij 1 RHM vijf Bronzen Kruizen toegekend.
Vier militairen, die op 10 mei bij de gevechten tussen Delft en Overschie het verband met het regiment hadden verloren, namen op 13 mei vrijwillig deel aan een aanval tegen een sterke vijandelijke eenheid bij Overschie. Voor de hierbij door hen betoonde moed werden een Militaire Willemsorde 4e Klasse en drie Bronzen Leeuwen verleend. Vijfentwintig militairen van 1 RHM sneuvelden in de strijd of overleden later als gevolg van opgelopen verwondingen.
Van Renterghem, een kornet sectiecommandant in 1 RHM, schreef over zijn ervaringen:
'In de meidagen bleken onze motoren toch zo gek nog niet. We waren snel, beweeglijk, en hebben vaak van het verrassingselement gebruik kunnen maken. We hebben toen ook een aantal, ik weet niet meer hoeveel, Junker transportvliegtuigen met onze mitrailleurs naar beneden geschoten. We hadden een fantastische commandant luitenant-kolonel jonkheer J.J. Teding van Berkhout. Toen na de capitulatie de opdracht van de Nederlandse generaal Winkelman kwam dat alle eenheden hun wapens en uitrusting aan de Duitsers moesten overgeven commandeerde de jonkheer "nooit". En toen hebben wij, hechte eenheid als we waren, alle overgebleven 30 auto's en 150 BMW-motoren, met munitie en wapens in brand gestoken op het Malieveld in Den Haag. Onze eenheid had successen behaald, misschien wel de grootste samen met onze vliegers en had toch verloren. Dat kon er toen bij ons niet in.'
Het verzet
Na de demobilisatie en al heel gauw na zijn terugkeer in Apeldoorn begon Teding van Berkhout het verzet te organiseren. Op 18 oktober 1940 werd, ten huize van wethouder Gosker, de Apeldoornse afdeling van de Ordedienst (OD) opgericht.
Het doel van de OD was aanvankelijk alleen gericht op het voorkomen van chaos, het handhaven van orde en gezag zodra de bezetting zou zijn beëindigd, maar al gauw ontwikkelde de OD zich tot een verzetsorganisatie die in 1941 samen ging werken met andere verzetsgroepen.
De actie voor de opbouw van een organisatie van ongeveer 400 man slaagde. De vrijwilligers waren vooral afkomstig van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm (BVL), een al meer dan 20 jaar bestaande semi-overheidsorganisatie die indien nodig steun zou verlenen aan het wettig gezag.
Aan het einde van dit eerste oorlogsjaar was er ook al een landelijke organisatie van de OD, onder leiding van de luitenant generaal b.d. Jhr. Roëll, die tot 1937 Commandant van het Veldleger was.
Gelderland werd verdeeld in een drietal gewesten, Betuwe, Achterhoek en Veluwe. Als commandant van het gewest Veluwe trad kolonel Reinder Boomsma op die op de Daendelsweg 4 woonde. Het gewest Veluwe was verder onderverdeeld in een vijftal districten. Commandant van het district Apeldoorn werd Teding van Berkhout. In maart 1941 werd in Apeldoorn onder leiding van de kolonel Boomsma een bijeenkomst gehouden van de districtscommandanten. Aan die vergadering werd ook deelgenomen door o.a. luitenant-kolonel b.d. J. J. Barendsen en de Ugchelense huisarts G.P. Duuring.
Gevangenneming
Op vrijdag 15 mei 1942 moesten de voormalige officieren zich in Ede melden voor registratie. Teding van Berkhout werd daar door de Sicherheits Dienst gevangen genomen en naar het concentratiekamp Amersfoort gevoerd. In juni is hij overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen, in november weer naar Amersfoort, in januari 1943 naar Vught en in maart naar Haren.
Hier werd tegen 82 officieren het ‘Proces Roëll’ gehouden. Tegen allen werd de doodstraf geëist. Bij de uitspraak werd echter alleen de generaal Roëll ter dood veroordeeld (is niet uitgevoerd). De overigen, waaronder Teding van Berkhout, werden veroordeeld tot ‘Schutzhaft bis Ende Krieg’, gevangenisstraf tot het einde van de oorlog. Zij werden op 26 oktober 1943 overgebracht naar het vernietigingskamp Natzweiler, bij Straatsburg.
Op 13 mei 1944 overleed de luitenant-kolonel Jhr. Jacob Johan Teding van Berkhout ten gevolge van de ontberingen in dat kamp. Pas op 17 mei 1945 ontving zijn echtgenote dit droeve bericht.
Bovenstaande tekst is een bewerkte versie van een door luitenant-kolonel b.d. A. Steeman geschreven verhaal.
Klik op onderstaande afbeeldingen om die op ware grootte te zien.