Plaquette Station Apeldoorn
Op het eerste perron van het Apeldoornse station hangt een bronzen plaat die herinnert aan vier Apeldoornse NS'ers die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Na de oorlog hebben de Nederlandse Spoorwegen besloten alle omgekomen personeelsleden te gedenken door hun namen te vereeuwigen op identieke plaquettes.
De platen werden aangebracht in de diverse stations, behorende tot het district of rayon van de oorlogsslachtoffers. Net als in Apeldoorn hangen ze ook op andere stations vaak op onopvallende plaatsen.
NS'ers verschilden niet van andere Nederlanders. De meesten werkten gewoon door, maar er waren er ook die in het verzet zaten of slachtoffer werden van de Arbeitseinsatz. De categorie onderduikers is relatief groot geweest, want na de geallieerde luchtlandingen bij Arnhem in september 1944 kregen alle spoormensen opdracht van de regering in Londen hun werk neer te leggen. De regering ging er, net als het geallieerde opperbevel, van uit dat de Duitsers nog voor de winter uit Nederland verdreven zouden kunnen worden. Helaas zou het nog tot het voorjaar duren, voordat Nederland ten noorden van de rivieren bevrijd was. Al die tijd zat het vrijwel voltallige personeel van de spoorwegen ondergedoken.
Jan Cornelis Bennis werkte als perronwachter en rangeerder bij het spoor. Hij bracht illegale krantjes rond, hielp joden en had zelf ook onderduikers in huis. In 1942 is hij gearresteerd. en naar de gevangenis in Arnhem gebracht. Hij is op transport gesteld naar kamp Amersfoort en later naar kamp Vught. Eind februari 1943 kwam het bericht binnen dat hij op 8 februari was overleden aan longontsteking en hartstilstand.
De negentienjarige Barend Bijsterbosch was, net als zijn vader, spoorwegarbeider. Hij was een vriend en collega van Jacob Harms en dook samen met hem onder in een leegstaand huis op de Polhoutweg. Op 21 september 1944 's avonds rond tien uur kwam hij daar om het leven door een schotwond door de borst. Zie verder onder J. Harms.
Marinus Elskamp werd eind 1942 naar Duitsland gestuurd in het kader van de Arbeitseinsatz. Hij moest als rangeerder aan het werk in Kettwig. Op 23 mei 1943 is hij daar verongelukt, toen een trein onaangekondigd het emplacement opreed waar hij met een andere trein bezig was. Hij is tussen beide treinen gekomen en was op slag dood. Marinus Elskamp is later op Heidehof herbegraven.
Jacob Harms werkte op het station als jongste bediende. Na september 1944 dook hij onder. Jacob zat met een vriend in een leegstaand huis. Op de avond van 21 september stopte daar een motor met zijspan. Na enige tijd vielen er schoten, waarna de motor verdween in de richting van de kazerne. Na een anonieme melding bij het Julianaziekenhuis heeft een ambulance de jongens opgehaald. Jacob is onderweg naar het ziekenhuis gestorven aan schotwonden in de borst; zijn vriend Barend was al overleden. De ware toedracht is nooit helemaal duidelijk geworden.
Meer over Barend Bijsterbosch en Jacob Harms.
De onthulling van de stationsplaquette met een verklarende tekst bij de bronzen plaat door mevrouw Schouten-Meijer op 24 januari 2024 werd bijgewoond door nabestaanden van de overige slachtoffers, de burgemeester van Apeldoorn de heer A.J.M. Heerts, enkele gemeenteambtenaren en bestuursleden van de Stichting bevrijding '45, de Vereniging Oud Apeldoorn en het Erfgoedplatform. De stationsmanager trad op als gastheer voor deze bijzondere plechtigheid.
ADOPTIE DOOR PCBS DE TEREBINT OP 25 SEPTEMBER 2015
gedicht
Bang
Je bent bang.
Bang dat je ouders worden meegenomen.
Er rijden treinen voorbij.
Je kijkt uit het raam.
Iemand roept je naam.
Je bent bang dat het een Duitser is.
Waarom was die tijd en had niemand vrijheid?
Gwen